Mijn Te’tjes zijn handelingen die ‘te’ zijn. Die me uit mezelf halen. Het brengt me in mijn hoofd. Ik ga als het ware over een grens van mijzelf en het brengt mij letterlijk uit mijn evenwicht. Ik hel teveel over naar een ander of naar iets. Dat is voelbaar. En vroeger zei men al: ‘Waar te voor staat is niet goed’. Is te veel. Is onnodig.
Mijn Te’tjes zijn bij voorbeeld het gevolg van te aardig willen zijn. Of een te enthousiast of te behulpzaam of te zorgzaam beeld van de werkelijkheid. Alsof ik in staat zou zijn door iets meer te geven, iets meer toe te voegen. Vaak werkt het averechts. Zo komen we ook te open staan. Alles komt dan naar binnen en daar wordt je heel moe van.
Ruststand – Enthousiast – Enthousiaster – Het Enthousiast – Te Enthousiast – Fanatiek – Blind. Enz.
Te veel vertrouwen in de medemens. Vertrouwen hebben in iemand is goed. ‘Te’ wordt wellicht veroorzaakt omdat we ‘te aardig’ zijn? Het is goed om waakzaam te zijn. Waakzaam op hoe onze medemens met ons omgaat.
Niet zozeer om dit dan van de ander te veroordelen, we waren of we zijn toch zelf ook zo. Als we onszelf kennen weten we dat we misschien ook soms manipuleren, of liegen, of onze afspraak niet nakomen. We zijn zelf toch ook mens?
Wel om het zo mogelijk terug te geven aan de ander, de ander er op aanspreken zodat die dat komt te weten van zichzelf en het niet meer bij ons in het mandje ligt.
Om waakzaam te kunnen zijn is het nodig dat we rust in ons leven inbouwen.
We zijn Broeders en zusters maar ook mensen met menselijke trekken en eigenschappen. Het is daarom ook belangrijk om te leren welke energieën van onszelf zijn en welke we oppikken van een ander.